Honden, apen en katten

Veel (huis)dieren zien er lief en schattig uit, maar in het buitenland kun je ze beter niet aaien. Voorkom rabiës met deze tips.
Header illustratie

Veel dieren zien er aaibaar uit. Kinderen zien ze als speelkameraadje. Honden, katten, apen, maar ook vleermuizen kunnen echter wel een ziekte als hondsdolheid (rabies) bij zich dragen en overbrengen. Contact met dieren in het buitenland kan hierom beter voorkomen worden.

  • Vermijd alle contact met dieren en raak ook geen dode dieren aan. Voorkom dat dieren je krabben, bijten of likken. Dieren zoals honden, katten, apen, vleermuizen kunnen besmet zijn met rabiës, een erg gevaarlijke ziekte.
  • Vertel je kind duidelijk dat het op reis geen dieren mag aaien of voeren en waarom.
  • Laat je direct behandelen bij een beet, krab of lik (op beschadigde huid/slijmvliezen) van een mogelijk besmet dier.

Hoe behandel je een wond door een beet of krab van een dier?

  1. Maak de wond goed schoon met water en zeep
  2. Ontsmet de wond met betadine of alcohol 70%.
  3. Bel direct naar de alarmcentrale van de ziektekostenverzekeraar, ook als je vooraf tegen rabiës bent ingeënt. Zij kunnen adviseren over de nodige behandeling en helpen je zoeken waar deze behandeling beschikbaar is.
  4. Naast rabiës preventie zijn meestal ook antibiotica en soms een tetanusvaccinatie nodig.
  5. Moet je je behandeling in Nederland afmaken? (vaak vaccinatieserie) Bel dan direct na thuiskomst de GGD in jouw regio.

 

Maak nu een afspraak

Ga jij op reis? Zoek op deze GGD website welke vaccinaties je nodig hebt en welke maatregelen je verder kunt treffen.